Aiko – of: ADHD als een teveel aan liefde


Vorige week balde ik mijn impulsieve, overgevoelige en aandachtsgestoorde ADHD-eigenschappen samen in de figuur van een dolle hond. Een personage creëren om griezelige schaduwkantjes te belichten is een klassieke retorische truc, die schrijvers vaak toepassen om hun duivels te bezweren en dure psychotherapieën te vermijden. Zo’n metaforen hebben hun beperkingen, maar daarover schrijf ik misschien later meer. Voorlopig wil ik nog een extra metafoor gebruiken om de hond recht aan te doen. Tijd voor vuurwerk!

Hartjesplant © Pieter Van der Schoot

Ik doe mijn huisdier onrecht aan door hem op te voeren als een dolle hond. In wezen is hij een braaf beest. Als hij lijkt op een ‘paranoïde, onberekenbare provocateur’ met een ‘lust’ voor ‘bloed’ en een ‘neus voor verval, ziekte en dood’, dan is dat louter omdat de gedachten en emoties onder zijn schedel knetteren als voetzoekers. Die schedel – mijn schedel – is een opslagplaats voor vuurwerk, maar eigenlijk is hij daar slecht voor uitgerust. Zo er al branddeuren zijn dan sluiten ze slecht, en het alarmsysteem schiet pas in werking als het hele kot in de fik staat.

“De meeste mensen zijn gedresseerde poedels. Ik ben een terriër met één achterpoot in de wildernis.”

Pieter Van der Schoot

Dit is het enige dat mij onderscheidt van ‘normale’ mensen. Een menselijk brein is altijd explosief. Het enige verschil tussen mij en mijn doorsnee soortgenoot is een gebrekkig veiligheidsmechanisme. Of om hetzelfde inzicht in zoölogische termen te beschrijven: De meeste mensen zijn gedresseerde poedels, ik ben een terriër met één achterpoot in de wildernis .

De mechanismen van de menselijke geest zijn zo banaal dat ik ze amper durf benoemen. Een gedachte baart emoties. Ze heeft een bepaalde kleur of geur. Ze roept beelden op die de emoties versterken, verzwakken of extra nuance geven. Die emoties kunnen de gedachten zo indringend maken dat ze in de geest worden gebeiteld als herinneringen.

De werking van een ADHD-brein is niet zo verschillend. Alleen gaan mijn gedachten niet van punt A naar punt B. Ze lopen alle kanten uit en ik probeer ze te grijpen als een hond die naar de waterstralen van een tuinsproeier hapt. De meeste mensen denken in stappen. Ik denk in explosies van wilde gedachteassociaties. Die ontploffingen zijn van korte duur, maar de kraters die ze slaan blijven lang zichtbaar. Het vuur blijft nog een tijdje smeulen.

Laat mij de metafoor nog even op de spits drijven. Net zoals in een vuurwerkramp is de brandweer altijd te laat. Ook in mijn hoofd is de kettingeactie zo snel, dat mijn zelfbewustzijn – hoe sterk ook – pas opduikt wanneer de ramp is geschied. Het enige wat ik dan nog kan doen is puin ruimen en voorzorgsmaatregelen nemen.

Welke voorzorgsmaatregelen? Dat blijkt nogal lastig te zijn. Vuurwerk kan men reguleren. De overheid kan het verbieden of het gebruik ervan in handen leggen van professionals. Aan vuurwerk kan je beperkingen opleggen. Maar de menselijke geest is door haar aard onbeperkt.

“Gemoedsrust is een opgelegde vrede. Ze is altijd relatief.”

Pieter Van der Schoot

Gedachten en gevoelens kennen maar één meester: de tijd. Beelden vervagen, geluiden verstommen. Er komt ruis op de herinneringen die we het meeste koesteren. Zelfs de pijnlijkste trauma’s verliezen hun scherpste kantjes. Wie kent nog het stemtimbre van de vrienden uit de lagere school? Wie kan de waarheid garanderen van de oudste herinneringen?

Alles vervloeit, ook gedachten. Dat weetje is een reddingsboei voor dolle honden. Je moet ze trainen om af en toe stil te staan, op hun adem te letten, te denken aan wat ze denken en in die korte momenten waarin de associatiedrift stokt influisteren dat het allemaal voorbijgaat, dat de gedachten die ze vruchteloos najagen heus niet zo belangrijk zijn. Het is een goedkoop trucje, een simplistisch levenslesje gedistilleerd uit het oeuvre van Heraclitus en de Boeddha, maar het werkt – en is een pak goedkoper dan neurofeedback, Bachbloesems of primal scream therapy.

Wat overigens ook wel eens helpt is methylfenidaat, dat ik in mijn vorige post verkeerdelijk gelijkstelde aan een amfetamine. Dit medicijn reguleert de productie van neurotransmitters en compenseert daarmee gedeeltelijk het gebrek aan structurele veiligheidsmaatregelen in mijn krakkemikkig vuurwerkdepot.

Dit zijn echter lapmiddeltjes. Gemoedsrust is voor hyperactieve viervoeters een opgelegde vrede. Ze is altijd relatief. Het is een kwestie van volgehouden disciplinering, geen natuurlijk verschijnsel.

Sommige ADHD’ers zouden niets liever doen dan hun hond laten inslapen. Ik niet. Wie mijn viervoeter doodt, pleegt ook een aanslag op mij. Alles wat hem typeert, typeert ook mij. Van hem heb ik ongeduld, overgevoeligheid, woede en gejaagdheid. Al die zaken zijn slechts schaduwzijden van wat mijn leven de moeite maakt: levenslust, betrokkenheid en enthousiasme.

“Psychiatrische handboeken definiëren ADHD als een gebrek aan aandacht. In werkelijkheid is het een teveel aan liefde.”

Pieter Van der Schoot

Mijn hond kent geen grenzen. Hij is de oorzaak dat ik een zelfkassa uitschold omdat ik de barcode van een stuk chocolade niet kon scannen. Hij is degene die mij ’s nachts wakker hield om te lachen met belachelijke familienamen die ik ooit in een overlijdensbericht las. Hij stond toe dat vrienden misbruik maakten van mijn vertrouwen, terwijl ik beter partij koos voor mezelf. Hij zorgde ervoor dat ik vroeger mezelf zo vaak zo laveloos dronk, dat ik vandaag maar beter geen druppel alcohol meer aanraak.

Maar hij is ook degene die me een hele ochtend doet glimlachen omdat mijn hartjesplant begint te bloeien. Hij zorgt ervoor dat ik mijn tanden zet in een werkproject tot ik alles weet wat over dat thema te vinden is. Hij laat me lachen met mijn eigen gedachten. Hij vult me met liefde voor mensen en haat voor onderdrukking. Hij vindt schoonheid onder elke stoeptegel. Hij legt ideetjes aan mijn voeten zoals andere honden dat doen met muizen en konijnen. Hoewel de meeste vangsten onbruikbaar zijn, heb ik toch voldoende vlees om een lekker pasteitje van te maken.

Psychiatrische handboeken definiëren ADHD als een gebrek aan aandacht. In werkelijkheid is het een teveel aan liefde. Laat mij dit complexe dier dan ook niet reduceren tot een dolle hond, maar hem bedanken met een eigennaam en vervolgens met rust laten.

Zijn naam is Aiko.

Pieter Van der Schoot

Hondenleven


“You gotta go sniffin’ on your own turf.

Be your own dog, don’t let nobody put a leash on you.”

dEUS – Fell Off The Floor, Man

Ik ben een hond. Het schuim staat op mijn bakkes. Voorbijgangers deinzen terug als ik blaffend door de straten ga. Ik draag een wurgband. Als ik te ver loop knijpt die mijn luchtgat dicht en drijft pinnen in mijn nek. Toch blijf ik sleuren en trekken. Adrenaline is sterker dan pijn.

Lees verder onder de afbeelding.

‘Wild dog’
Jenvanderlinde, CC BY-SA 3.0 https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0, via Wikimedia Commons

Ik ben een mens, maar de hond is mijn gelijke. We zijn verbonden door de ketting tussen mijn pols en zijn hals. Ik weet niet wie de sterkste is. Mijn arm is krachtig genoeg om bijtincidenten te voorkomen, maar soms is mijn viervoeter zo pissig dat hij mijn hoofd tegen de muur ramt. Mijn hond kan dat. Hij is zodanig met me vergroeid dat hij moeiteloos een menselijke gestalte aanneemt.

“Mijn hoofd is de ideale biotoop voor dolle honden.”

Pieter Van der Schoot

Ik weet niet waar hij vandaan komt. Misschien was ik als kind zo gewend aan de honden thuis dat ik sindsdien als een hedendaagse Mowgli in hun schaduw loop. Misschien is hij een Siamese tweeling, een verborgen bloedverwant in mijn schedel, die wakker schiet als zijn broer in gevaar is.

Ook de dokters wijzen naar mijn schedel. Het heeft iets te maken met een frontale kwab die slecht samenwerkt met een andere kwab of zo – en ook iets met neurotransmitters. Mijn hoofd is de ideale biotoop voor dolle honden. Bij gebrek aan neurotransmitters krijgt mijn hond amfetaminen te vreten. Dat helpt hem te concentreren. Ook doe ik ademhalingsoefeningen. Het op en neer gaan van mijn borstkas heeft iets van een pendule. De hond kijkt ernaar en wordt zo moe dat hij in slaap valt.

“Mijn hond is geboren in de geur van bloed en buskruit, maar door een speling van het lot leidt hij het leven van een chihuahua.”

Pieter Van der Schoot

Soms zie ik hem wekenlang niet en denk ik dat hij dood is, maar hij komt altijd terug. Zijn komst is onvoorspelbaar. Ik kan wekenlang waden door poelen van bloed zonder zijn lust te wekken. Dan stoot ik mijn knie tegen de hoek van een ladeblok en een seconde later blaft hij op iedere vriend, collega, kennis of onfortuinlijke passant.

Mijn hond is psychopaat noch zielepoot. Hij is simpelweg de verkeerde reu op de verkeerde plaats. Hij is geen burger, maar een frontsoldaat. Hij is geboren in de geur van bloed en buskruit, maar door een speling van het lot leidt hij het leven van een chihuahua. Hij speurt naar mijnen in de zandbak van een buurtpark, ontwaart geslepen messen in de handtassen van oude dames. Bij gebrek aan kruit smijt hij zelf met voetzoekers.

Mijn hond is een paranoïde, onberekenbare provocateur, maar niemand heeft een betere neus voor verval, ziekte en dood. Hij is mijn beste vriend. Zonder hem is het leven vlakker dan een Hollandse horizon.

Pieter Van der Schoot